Nuyts schreef:Uridium schreef:Nuyts schreef:Wat is net de reden dat whisky’s vanaf 46° (en daaronder) altijd chill-filtered worden?
Precies dit: ze worden wolkerig bij lagere temperaturen. Of bij verdere verdunning met water... probeer maar...
Thx maar dat wist ik... Mijn vraag is eerder waarom het altijd chill filtered is bij whisky onder de 46°? Boven de 46° zal het maw minder snel cloudy worden of Scotch Mist vertonen bij lagere temperaturen of toevoeging water? Nee toch?
Zou het volgende niet eerder de reden kunnen zijn:
46% of lager abv zijn meestal de percentages voor core range bottelingen. Doordat ze met de core range stabiliteit en continuïteit beogen, zullen ze steeds chill-filteren?
edit: je hebt net je tekst gedeeltelijk aangepast zie ik

Om dit fenomeen goed uit te leggen, is het van belang om uit te leggen wáárom bestanddelen neerslaan (dus wolkjes vormen). De componenten die neerslag-gevoelig zijn, hebben doorgaans een hydrofoob karakter: ze binden zich niet zo gemakkelijk aan water. Ze binden zich echter wel gemakkelijk aan alcohol, en dát is weer gemakkelijk oplosbaar in water. Zolang er genoeg alcohol is, dus een ABV boven 46%, zullen ze niet snel neerslaan. Maar ga je verdunnen (in het glas of in de fles): voila: een wolk van neerslaande componenten. Dus filteren de producenten die graag het meeste uit een vat willen halen en dús naar 43 of zelfs 40% terug verdunnen
altijd. En de meest effectieve methode is snel koelen (chill-filteren) naar een graad of nul. Dan verandert water ineens heel snel van eigenschappen, o.a. de mate van oplosbaarheid van sommige stoffen. Juist op dat punt slaan nog meer esters, (vet)zuren, soms aldehydes/ketonen en zeker fenolen (vooral bij peated whisky) neer en kun je ze er snel uit halen. Bij lage temperaturen hebben zelfs zeer gemakkelijk oplosbare smaakstoffen zoals ethylacetaat (druif/velpon), isoamylacetaat (peer) en methylethylketon (banaan) de neiging om neer te slaan, vanwege de afnemende oplosbaarheid in water, maar ook omdat andere stoffen neerslaan en een complex vormen met deze smaakstoffen.
De oorspronkelijke vraag was, of "lichtjes fileren" bij lage temperaturen er toe kan leiden, dat je veel smaakstoffen eruit haalt. Ja dus, want bij lagere temperaturen neemt de oplosbaarheid van diezelfde esters, (vet)zuren, aldehydes/ketonen en fenolen af en raak je er meer kwijt dan wanneer je lichtjes filters bij hoge temperaturen.
Het is dus een combi van zowel temperatuur (i.v.m. de oplosbaarheid van stoffen in water + complexvorming) als alcoholpercentage (i.v.m. met de binding van hydrofobe stoffen aan alcohol).