
In de vroege jaren ‘30, vlak na het opheffen van de drooglegging ontstond bij Thompson Willet het idee om een distillery te starten. Aangezien het stoppen van de drooglegging een feit was, was whiskey maken een gat in de markt. Zijn familie had al een rijke historie in de industrie dus de zo gezegd zo gedaan. In 1936 stroomde de eerste white dog uit de ketels. Na een reeks succesjaren klapte de bourbon industrie volledig in. Voor Thompson een moment om er na meer dan 40 jaar mee op te houden. Hij verhuurde het terrein aan een ethanol producent die op zijn beurt werkelijk alles gesloopt heeft aan uitrusting wat er maar stond. Na er een zwijnenstal van gemaakt te hebben ging dat bedrijf failliet. Deze periode noemen ze de lost years van de Willet distillery. Thompson besloot dat het terrein alleen nog aan directe familie beschikbaar werd gesteld. Martha Willet trouwde met een Kulsveen en zij herbouwden de distillery. Van 1984 tot 2012 werd de willet spirit op andere locaties gemaakt. Ook werd er geld verdiend aan het opslaan van vaten voor andere distilleries. Iets wat in Amerika veel gebeurd. Er zijn hier in de buurt veel onafhankelijke opslag terreinen te vinden. Sinds 2012 wordt er 24-7 gedistilleerd in de Willet distillery. Alles ouder dan 11 jaar is dus ergens anders gemaakt. Alles jonger dan dat hier.

Ook hier weer een progressive tasting. Waardoor ik behoorlijk verrast werd. Het blijkt dat Willet de distillery is achter een hele reeks merken, waar ik ze eerder eigenlijk alleen maar aan de zo mooie flessen van Willet’s potstill reserve koppelde. Dit was overigens gelijk de welkomstwhisky. 1 die ik al jaar en dag in huis heb en me bijzonder goed bevalt. Daarna kon ik kiezen uit 3 varianten van Old Bardstown waarbij ik ging voor de 6yo Estate Bottles versie met 50.5% alcohol. Nooit geweten dat dit ook hun merk is. Een mooie dram met een zachte neus, vanille, fudge en zachte kruiden. Een tikkie floraal zelfs. In de Old Bardstown is er ook nog een 4yo bottled in Bond en een 2yo instapper op 45%
Milling en mashing gebeurd hier niet zoveel bijzonders mee. We konden niet naar de fermentatietanks omdat deze hoog in de nok stonden en het echt pleuris heet was (39 graden Celsius). Nouja prima, die dingen heb ik al wel eens gezien



Mashen gebeurd in 2 Mash cookers van ruim 6000 gallon en 2500 gallon. Hun fermentatie duurt 3 dagen en gebeurd in 7 stainless steel washbacks van elk 10.000 gallons (pakweg 38.000 liter dus).
Affijn, wat ik dus niet wist: Voor de eerste distillatie gebruiken ze een column still en daarna voor de 2e keer een potstill die eigenlijk veel weg heeft van een Lomond still. Want van onder is het idd een traditionele pot still, maar erboven op zit een hele smalle neck van een column still met verstelbare platen. Een erg ongebruikelijke manier van distilleren maar het helpt hen een heel zacht resultaat te krijgen. Deze still draait nagenoeg 24-7 door en werkt 24.000 gallon per dag weg, een slordige 91.000 liter dus. Door de unieke opstelling met column still en de Lomond-achtige still, kunnen ze hier dus veel verschillende stijlen maken.
Wat wel leuk is is dat deze cosmetisch mooie pot still erg op zichzelf midden in een grote hal staat zonder poespas er omheen. Dat maakt het een leuke eye catcher.


Bij het filling station was het tijd om onze glazen te fillen. Hierbij kwamen wederom 2 voor mij onbekende expressies tevoorschijn, de Johnny Drum private stock op 50.5% en een Kentucky vintage op 45%. Hierbij eerstgenoemde genomen aangezien hier een vrij hoog percentage rye in zou zitten ik daar wel fan van ben. En ja hoor, een fijne kruidige dram die zich vrij toegankelijk opstelt en een heerlijk zoetje geeft.
Door naar de warehouses. Momenteel hebben ze er zelf 8 op hun terrein staan waar ongeveer 8000 vaten per stuk in kunnend. In Springfield, Kentucky worden momenteel nieuwe racked warehouses gebouwd die elk 25.000 vaten kwijt kunnen.

In het warehouse kwamen 2 bekende rakkers tevoorschijn: Rowan’s Creek en Pure Kentucky. Beiden ook van Willet joh? Jep, ook van Willet! Ik ging voor de Rowans Creek omdat ik de Pure Kentucky wel ken. RC is genoemd naar de beek die willet en Heaven hill scheidt. Het is de meest aardse variant bourbon die ze maken. Ik vind het een lekkere soepele dram. Easy en toegankelijk, inderdaad aards en vooral wat snoepachtige geuren en smaken. Prima doordrinkertje!
In Kentucky verliezen ze het eerste jaar 10% per jaar tijdens rijpen, de jaren daarna daalt dit naar 4%. Dorstige engelen dus, maar de devils cut is gelukkig altijd nog groter.

Aan het einde kon ik nog kiezen tussen een Noah’s Mill of hun batch strength Rye whiskey. Ik ben voor de laatste gegaan omdat ik de eerste wel ken. Een lekkere rye maar m.i. bood deze niet iets heel speciaals. Onderaan de streep nog een flesje Old Bardstown 6yo Estate Bottled gescoord om tijdens de trip leeg te kunnen drinken. Het was een leuk bezoekje die wederom nieuwe inzichten heeft gegeven! Geen fles mee, uiteraard wel weer een dram glas voor de collectie!
