Proefnotitie
Kleur: strogeel. Neus: eerst rokerig, iets mint, dan medicinaal, aroma's van het moeras en ice cream, kruidige lemon en mineralenrijk, daarna aroma's van fris zuur ( lemon, verse schil van walnoten) en dan aroma's van de zee en een beetje dieselolie, venkel en gebrande pijnboompitten en eindigt met met lekkere vanillesaus tonen. Smaak: turf, peper, ziltig (zeewier), mondvullend en olieachtig, esdoorn siroop, gerookte ham en licht vanille en lemon, groene tonen van appel schillen, groene thee en zeer droge witte wijn. In de lange afdronk iets rokerige scherpte, heel klein zoetje, afkomstig van appelcompôte, donkere chocolade, die samen komen met wat ziltige, romige en kruidige tonen.
Ik heb nog slechts enkele tientallen verschillende Malts gedronken (maar wel honderden, zo niet duizenden Wijnen en andere dranken) en na pak weg 40 jaar proeven heb ik nog nooit in één enkele Whisky, of welke drank dan ook, zoveel kunnen vinden ? Ik kan maar beter mijn mond (pen) houden en met instemming, wellicht verbazing, maar zeker met ontzag voor de auteur van deze proefnotitie, met de staart tussen de benen afdruipen omdat ik kennelijk nog geen vooruitgang heb geboekt.
Of ligt het misschien wat genuanceerder (in mijn voordeel) ?
Wat ik namelijk denk (en zeker zal navragen bij Van Zuylen) is dat hier de kwaliteit van een proefnotitie verward is met kwantiteit. Zoiets van "hoe meer hoe beter" en dat men gedacht heeft dat de som van meerdere (hoeveel ?) subjectieve proefnotities een soort van objectieve aanbeveling vormt voor een Whisky. En dat is natuurlijk wel héél ver de plank misgeslagen.
We weten allemaal dat een proefnotitie subjectief is. De proefnotitie van een professionele proever is (in principe) minder subjectief, of meer objectief, dan die van een amateur. Hoe dan ook is een proefnotitie een verzameling van samenhangende karakteristieken en kenmerken die op enig moment door iemand(en) geconstateerd zijn. Aan dit geheel verbinden we dan ook een totaalbeeld of eindoordeel omdat ook de samenhang, balans etc. een belangrijk deel van de algehele smaakgewaarwording vormen.
Ook na een zeer uitgebreid en gedetailleerd proefverslag kan vaak een kort eindoordeel worden toegekend.
Bijvoorbeeld. Een "heerlijke Whisky", "een "topklasse Whisky", een "goede middenmoot" etc.
Daarom denk ik dat een gecombineerde proefnotitie zoals deze zijn doel, namelijk marketing, volledig voorbij schiet.
Een geur als "verse schil van walnoten". Ik weet niet eens meer hoe dat ruikt terwijl ik ze in 1983 wel heb geroken vóórdat ik die walnootboom in mijn voortuintje kapte. Vandaag rook ik, in het bos, wel hoe de verse schil van een kastanje-vrucht ruikt, maar of dat hetzelfde is ? En hoeveel mensen denken bij dieselolie aan een lekkere drank ?
In de bovenstaande notitie vind ik zo veel contrast, tegenspraak en on-balans dat mijn eerste conclusie is "dit moet wel een smerig drankje zijn". Bovendien gaat het zeker tegenvallen als het gaat om kwantiteit. Let wel ik heb deze Whisky niet geproefd maar ik weet bij voorbaat zeker dat ik dit er niet allemaal in terug ga vinden. En waarschijnlijk niet eens de helft van deze opsomming.
Dit is geen betoog tegen een "collectief proefverslag" waar je met een groepje mensen consensus tracht te vinden over wat je ziet, ruikt en proeft. Daar onder reken ik bovenstaande opsomming echter zeker niet.
Een proefnotitie op whiskysmaakprofiel.nl komt ook aardig in deze richting maar wekt wel de indruk de smaakimpressie van één persoon te zijn. Echter vraag ik me ook hier af of dat zo is. De notities op WhiskyMagazine laten namelijk wel duidelijk de verschillen tussen twee beoordelaars zien.